|
per 1.11.2005
Uitgangspunten:
Het doel is dat de verschillende hulpverleningsorganisaties in een (veiligheids)regio de media op zo eenduidig mogelijk wijze alarmeren.
Elke regio draagt zorg voor een goede regeling om de media van dienst te kunnen zijn en een goede persvoorlichting te (waar)borgen. Daar waar een piketregeling bij een discipline in een regio ontbreekt, moeten hierover afspraken worden gemaakt met de andere communicatieafdelingen van de hulpdiensten binnen dezelfde regio. Ook voor de KLPD geldt dat zij gebruik maken voor persalarmering t.a.v. snelwegincidenten, spoorongevallen e.d. binnen de regio waar deze incidenten zich voordoen. Voor elke discipline geldt dat het streven er op gericht dient te zijn om afzienbare tijd in iedere regio tot een adequate persalarmeringsregeling te komen.
In elke regio heeft de politie ten aanzien van persvoorlichting tenminste de volgende basisvoorzieningen geregeld:
- De regio garandeert in de mediavoorlichting 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaarheid voor de media, met dien verstande dat buiten kantooruren en op zaterdagen, zondagen en feestdagen een piketregeling van kracht is.
- Er wordt een perspiket ingevuld door daartoe opgeleide en aangewezen communicatiemedewerkers.
Om de persalarmering optimaal te laten verlopen is een consequente medewerking van de Officier van Dienst en/of de Meldkamer onontbeerlijk. Zij vormen letterlijk en figuurlijk de spil in het geheel.
Alleen als de Officier van Dienst en de meldkamer/ brandweeralarmcentrale bij een perswaardige gebeurtenis de piketvoorlichter tijdig informeren, is deze in staat een juiste afweging te maken over al dan niet een persalarm.
Persalarm, voor wie?
Persalarm is bedoeld voor de lokale, regionale en landelijke media om hen bij calamiteiten of andere in het oog springende gebeurtenissen in de gelegenheid te stellen een verslag te maken of beeldmateriaal te vervaardigen.
Persalarm, hoe dan?
Op basis van de landelijke beleidsafspraken worden in geval van een persalarm alle media gealarmeerd die zijn aangesloten op het regionale persalarmeringssysteem.
Persalarm, wanneer?
In algemene zin wordt het persalarm gegeven bij grootschalige gebeurtenissen, openbare ordeverstoringen, politiële acties en andere zaken, waarvan de voorlichter het wenselijk of noodzakelijk acht dat de pers wordt gealarmeerd. Hierover zijn landelijke of regionale beleidsafspraken gemaakt. Een lijst van incidenten waarbij de piketvoorlichter wordt gewaarschuwd staat in deze regeling. Afhankelijk van de omstandigheden bepaalt de piketvoorlichter, eventueel in overleg met de verantwoordelijke Officier van Dienst of het OM, of er persalarm wordt gegeven.
Hieronder zijn de meest voorkomende incidenten benoemd waarvoor de Officier van Dienst of de Meldkamer/ Brandweeralarmcentrale de piketvoorlichter waarschuwt. Dit dient te worden beschouwd als een interne alarmering. Dat wil nog niet zeggen dat in al deze gevallen persalarm wordt gegeven. Dat is ter beoordeling van de piketvoorlichter.
Het landelijke mediabeleid is daarbij richtinggevend. Daarin zijn onder andere beschreven de relatie met het OM (convenanten per regio), de richtlijnen van de PG's, de privacywetgeving en de Wet Openbaarheid van Bestuur.
Criteria interne alarmering piketvoorlichter:
Politie/KMAR:
- Schietincidenten
- Ontvoeringen, gijzelingen, moord, doodslag, opstart groot rechercheteam
- Aantreffen stoffelijk overschot (vermoeden misdrijf)
- ME-alarmering i.c. inzet in het kader van het RBR (tenminste vanaf GRIP 2)
- Incidenten met (meerdere) bijzondere verdachten / betrokkenen, zoals bijvoorbeeld militairen.
Alle disciplines:
- Voorvallen waarbij eigen collega's gewond raken / overlijden
- (Verkeers)ongevallen met doden en/of zwaargewonden
- Middelbrand / middelincident (in principe voor de brandweervoorlichting)
- Brand met doden en/ of ziekenhuisgewonden
- Explosies met doden en/ of ziekenhuisgewonden
- Incidenten waarbij veel publiek aanwezig is
- Incidenten waarbij veel media aanwezig zijn
- Incidenten met politieke lading of gevoeligheid (bijv. betrokkenheid bekende personen)
- De feitelijke ontruiming en/ of ontmanteling van xtc-laboratoria en uitzonderlijk grote hennepkwekerijen
- Grootschalige inzet van hulpverleningsorganisaties (zichtbaarheid)
De voorlichter maakt vervolgens de keuze om:
- ter plaatse te gaan of niet ter plaatse te gaan
- bevoegd gezag te raadplegen (manager/burgemeester/OM)
- andere woordvoerders te betrekken bij de voorlichting
- persalarm te geven of geen persalarm te geven
- de juiste wijze van afhandeling middels wel of geen persbericht te versturen
Een belangrijk criterium daarbij is de "openbaarheid van ons handelen".
Met andere woorden: optreden van politie en/ of brandweer vraagt altijd om een toelichting als het op of vanaf de openbare weg herkenbaar en zichtbaar is. Vaak is het moment en de samenstelling van de inhoudelijke toelichting vanuit recherchetactisch oogpunt discutabel. Niet de keuze voor berichtgeving.
Persalarm en persberichten
De zaken waarvoor een persalarm wordt gegeven zijn (meestal) ook terug te vinden in een persbericht. De verzending van een persbericht is altijd de verantwoordelijkheid van de piketvoorlichter.
|